‘Het moet vanuit je hart komen om trainer te zijn’

Mathieu Hilgersom
Mathieu Hilgersom Donderdag, 13 oktober 2022
‘Het moet vanuit je hart komen om trainer te zijn’

Na 58 jaar is Jan van Ansem gestopt als trainer bij GAC. De 81-jarige enthousiasteling was betrokken bij de oprichting van de club in Gemert, leidde meerdere trainingsgroepen en was de laatste decennia het gezicht van de donderdagmorgengroep. Een definitief afscheid is het niet, want zijn lijst met vrijwilligerstaken is nog altijd lang. Zes dagen in de week blijft hij op Sportpark Molenbroek aanwezig.

Stiekem heeft hij wel een beetje spijt. Het liefst had hij nog doorgegaan als trainer bij GAC. En toen het pas een keertje nodig was, is hij al ingevallen. Want, hij was er toch. Maar Jan weet ook heel goed waarom hij vorige maand is gestopt. ‘Op deze manier kon ik zelf het moment bepalen. Ik wilde niet net zo lang doorgaan tot ik gedwongen moet stoppen omdat het fysiek niet meer gaat.’

En dus maakte hij vorig jaar op zijn tachtigste verjaardag de keuze om nog één jaar door te gaan. Lekker veilig, want een jaar duurt lang. Maar deze periode om aan het idee te wennen ging sneller dan hij had gedacht. En toen de zomervakantie was afgelopen, begon Jan steeds meer op te zien tegen de laatste training. ‘Nog drie keer, nog twee keer… Het moment kwam steeds dichterbij. Ik vond het maar niks.’

Gemeentelijk Compliment

Jan wilde zijn laatste training daarom ook zo normaal mogelijk laten verlopen. Warming-up, loopscholing, de oefenvormen… lang was alles hetzelfde. En als het aan Jan had gelegen, had hij ook op een normale manier de training afgemaakt. Gezellig wat drinken na afloop en daarna iedereen naar huis.

Een kwartier voor het einde stopte zijn groep echter ineens met trainen. Zijn groep legde hem flink in de watten en wethouder Martien Bankers gaf hem het Gemeentelijk Compliment, een lokaal zeer waardevolle onderscheiding. ‘Van mij had dat niet gehoeven hoor. Ik heb gewoon 58 jaar gedaan wat ik leuk vind. Maar ik vind het natuurlijk heel leuk om zoveel steun vanuit het dorp te krijgen, net zoals ik andersom veel waardering heb voor collega-trainers, de bestuursleden en de andere vrijwilligers.’

Beeld Jan van Ansem

Passie

De passie voor het trainerschap spat er vanaf wanneer Jan spreekt. Hij snapt er niks van waarom andere clubs zoveel moeite hebben om voldoende trainers te vinden ‘Met het ophogen van de vrijwilligersvergoedingen los je niets op. Je moet dan als club heel rijk zijn of jezelf in de schulden steken. Het moet vanuit je hart komen om trainer te zijn en graag iets voor de club willen doen. Iemand die het voor de vergoedingen doet of omdat het nu eenmaal moet, houdt het nooit lang vol.’

En als iemand begint als trainer heeft hij of zij begeleiding nodig. ‘Dat is de taak van de trainerscoördinator. Je moet iemand hebben die je helpt en bij wie je terecht kunt als je vragen hebt. Het schiet er vaak bij in, maar het is essentieel om je trainers lang te behouden.’

Oprichting

GAC ontstond in 1960 vanuit de Levensschool voor Werkende Jongeren. Een groep hardlopers ging steeds vaker met elkaar trainen en wilde uiteindelijk ook deelnemen aan wedstrijden. Hiervoor was een inschrijving bij de toenmalige KNAU essentieel. Jan was als hardloper één van de eerste leden en hielp daarna de kersverse club om zich op alle fronten verder te ontwikkelen.

Lang kon hij echter niet van zijn lidmaatschap genieten. Hij moest in militaire dienst en was in eerste instantie slechts beperkt beschikbaar. Toen zijn tijd in het leger erop zat, stortte hij zich direct op GAC. De club werd steeds groter en had inmiddels ook jeugdleden. Jan kreeg hen onder zijn hoede.

Vanaf dat moment was Jan waar hij nodig was. Meldde iemand zich aan om een taak over te nemen, maakte hij direct plaats. Dit bood hem de kans om weer een nieuwe functie te bekleden. Dit zorgde ervoor dat hij in de loop der jaren onder andere penningmeester, starter, jurylid en trainers-coördinator was. Ook stortte hij zich op zijn eigen marathoncarrière. Jan liep uiteindelijk 2:37. Een achillespeesblessure voorkwam dat hij zijn droomtijd van 2:35 haalde.

Roeping

Het trainerschap bleek zijn roeping. Toen de ‘lopersboom’ in de beginjaren ’80 op zijn top was, besloot Jan in de lokale krant een oproep te doen voor een trainingsgroep voor vrouwen op donderdagmorgen. ‘Toen we om 9 uur verzamelden, waren we maar met vijf. Ik snapte er niks van. Er moesten toch veel meer vrouwen zijn die bij ons wilden komen lopen? Een kwartier later kwamen van alle kanten alsnog de loopsters naar de club. Zij kwamen rechtstreeks van het schoolplein af. Vanaf dat moment is kwart over 9 onze trainingstijd, tot half 11.’

De groep bleek een schot in de roos. Er kwam ook aanwas uit andere groepen en hoewel vrouwen in de meerderheid bleven, waren later ook mannen welkom. ‘Het is altijd een hechte groep geweest. Er zijn nog altijd meerdere loopsters van het allereerste begin in actief.’

Het geheim van de groep zat naast de gezelligheid ook in de trainingen van Jan, die het liefst in vakanties lekker thuis was omdat hij zijn groep niet kon missen. ‘Ik heb altijd geprobeerd om net iets meer uit iemand te halen dan dat hij of zij zelf had gedacht. In het begin deed ik dat met individuele schema’s, maar toen het fanatieke binnen de groep plaatsmaakte voor het recreatieve, streefde ik hiernaar in de oefenvormen. Ik wisselde een strakke training, met bijvoorbeeld 4 x 1000 meter, vaak af met een meer speelse. Ik kon er echt van genieten wanneer iemand bijvoorbeeld alle moeite had om een coopertest af te maken, maar een week later in een speelse vorm zonder problemen een half uur achter elkaar kon lopen.’

Jan haalde zijn inspiratie uit de cursussen die hij in de loop der jaren volgde, maar ook door goed om zich heen te kijken. ‘Dat is het voordeel van veel op de club zijn. Ik zag ook de andere trainers training geven en gebruikte ook wel eens iets wat ik van hun zag. Alles bij elkaar zorgde dat ik een grote variatie aan trainingen in mijn hoofd heb.’

Sneeuwvrij

Dat het ook wel eens slecht weer was, kon Jan niet deren. De training ging altijd door. Ook bij sneeuw, want dan was Jan overdag al naar de club gegaan om de baan sneeuwvrij te maken. Dat hij de club zoveel prioriteit kon geven, had hij te danken aan de flexibiliteit van zijn gezin (zijn vrouw was jarenlang jurylid en zijn kinderen waren als atleet aan de club verbonden) en zijn werk. ‘Als gemeentebode werkte ik veel op wisselende tijden. Maar de maandagavond, waarop ik eerst ook training heb gegeven, en de donderdagochtend waren altijd heilig. Daar kwam niks tussen.’

Nu Jan niet meer als trainer aan de club verbonden is, blijf hij betrokken bij GAC. Hij komt regelmatig koffie inschenken, zit in de onderhoudsploeg en traint op donderdagmorgen mee met zijn oude groep. ‘Ik heb wel eens moeite om dan mijn mond dicht te houden, haha. Tijdens de training bemoei ik mij uiteraard nergens mee, maar achteraf zeg ik wel eens tegen mijn opvolgers: ‘joh, dat had je beter zus of zo kunnen doen.’ Op een positieve manier uiteraard en dat wordt geaccepteerd. Want hoewel ik ben gestopt, van binnen blijf ik altijd een trainer.’


Clubverhalen
Mathieu Hilgersom
Geschreven door

Mathieu Hilgersom

Mathieu Hilgersom is een fanatieke loper bij Voorschoten’97, de club waar hij ook meerdere bestuurlijke taken vervult en evenementen organiseert. Tevens is hij een enthousiaste atletiekvader van zijn dochter bij Leiden Atletiek. Als schrijver en communicatiespecialist voor zijn bedrijf Hilgersom Tekstproducties schrijft hij het liefst mooie sportverhalen en verzorgt hij de PR van clubs, organisaties en evenementen.