Sportakkoord biedt AV Unitas kans voor kwaliteitsimpuls

Cors van den Brink
Cors van den Brink Donderdag, 12 november 2020
Sportakkoord biedt AV Unitas kans voor kwaliteitsimpuls

AV Unitas kreeg via het Sportakkoord de kans om trainers van de pupillengroepen een korte cursus aan te bieden. Doel is om de pedagogische kwaliteiten van die trainers te versterken. Bestuurslid en technisch coördinator Bas Koot vertelt hoe de Sittardse vereniging gebruik kon maken van deze mogelijkheid.

Ruim twee jaar geleden nam het ministerie van VWS het initiatief tot het Sportakkoord. Gemeenten en sportkoepel NOC*NSF – namens de bonden – zijn partners in dit project. Het doel is – heel kort gezegd – meer mensen meer plezier in sport te laten beleven. Dat gebeurt onder meer door het versterken van clubs op allerlei gebieden, het verduurzamen van de accommodaties en het creëren van een positieve atmosfeer bij het sporten. Het Sportakkoord moet er ook voor zorgen dat de bewegingsarmoede wordt teruggedrongen.

Bas Koot weet als oud-trainer en bestuurslid van Unitas wat er allemaal bij komt kijken als je ruim 650 mensen – onder wie zo’n 125 pupillen – op een leuke en verantwoorde manier wilt laten genieten van atletiek. ‘Ik was zeven jaar hoofdtrainer en ben nu twee jaar technisch coördinator. Mijn taak is onder meer om contacten te onderhouden met de trainers en ervoor te zorgen dat ze over de juiste materialen kunnen beschikken. Ik heb ook veel contact met de ouders en zorg voor het trainingsprogramma van de vereniging’, zo vertelt hij.

De 54-jarige Koot groeide op in Leeuwarden en was daar lid van AV Lionitas en SC Leeuwarden (‘Carl Lewis was mijn grote held’). Vanwege zijn werk bij een grote ziektekostenverzekeraar kwam hij in Limburg terecht, waar zijn nu 17-jarige zoon lid werd van Unitas. En zoals dat gaat met veel ouders van jonge atleten: hij ging pupillengroepen begeleiden, volgde trainersopleidingen en kwam uiteindelijk in het bestuur van de vereniging terecht. In die functie kwam hij vorig jaar in aanraking met de mogelijkheden die het Sportakkoord biedt.

‘Dat ging eigenlijk heel makkelijk’, zegt Koot. ‘Ik was uitgenodigd voor een sportcongres hier in de regio en raakte daar in gesprek met Jorg Smeets, die als Adviseur lokale sport werkzaam is bij Ecsplore. Dat is een organisatie die hier in opdracht van de gemeente allerlei sportinitiatieven opzet en ondersteunt. De uitvoering van het Sportakkoord behoort ook tot die taken.’

Uit die gang van zaken blijkt al dat het Sportakkoord weliswaar een landelijk project is, maar dat de uitvoering ervan in handen is gegeven van de gemeenten. Verenigingen die gebruik willen maken van het aanbod van het Sportakkoord – sportservices genoemd – komen dus allereerst terecht bij de lokale adviseurs.

Welke vraag leefde er bij Unitas?

Koot: ‘Dat heeft te maken met de pedagogische aanpak binnen de jeugdatletiek. We kunnen bij onze vereniging gelukkig een beroep doen op een aantal junioren tussen de 14 en 16 jaar die het leuk vinden om als assistent-trainer ingeschakeld te worden bij de pupillengroepen. Ze doen dat werk uiteraard onder begeleiding van een gediplomeerde hoofdtrainer. Maar we merken dat het anders werkt dan wanneer ouders bereid zijn om jeugdtrainer te worden. Die hebben meer zicht op wat jonge kinderen nodig hebben.’

Adviseur lokale sport Smeets bracht Unitas in contact met NOC*NSF. Daar is een cursus “Trainen/coachen vanuit pedagogisch perspectief: 6-12-jarigen” ontwikkeld, bestaande uit twee workshops. ‘Die sluit goed aan bij onze behoefte’, zegt Koot. ‘En dat geldt niet alleen voor die jonge assistent-trainers. Ook andere jeugdtrainers gaven zich op, zodat we uiteindelijk met twintig mensen waren.’

Deze sportservice is niet specifiek gericht op de atletiek. De vraag naar het pedagogisch klimaat in de jeugdsport speelt uiteraard in alle takken van sport. Koot: ‘Het gaat erom dat je je als trainer bewust wordt van je visie op je eigen rol. Voor onze vereniging gaat het er vooral om dat kinderen met plezier kunnen sporten en dat ze hun zelfvertrouwen kunnen versterken. Een belangrijk onderdeel van onze manier van werken is dat we kinderen graag zelf hun mogelijkheden laten ontdekken. “Wat kan ik al, wat wil ik leren?”. Daar gaat het ons om.’

‘Tussen de trainers is er uiteraard het nodige niveauverschil. Je hebt die jonge assistenten. Er zijn ouders die weinig of geen ervaring hebben met lesgeven. En we hebben hier mensen die een CIOS-opleiding achter de rug hebben en vertrouwd zijn met het pedagogisch denken. Met de workshops die we via het Sportakkoord aanbieden leggen we een gezamenlijke basis onder onze aanpak van de pupillenatletiek’, aldus Koot.

Het moet een blijvende versterking bieden voor de jeugdatletiek bij Unitas. ‘Het kenmerk van die jonge assistent-trainers is dat je ze vaak kwijtraakt als ze na de middelbare school elders gaan studeren en dat er dus steeds aanwas nodig is. Het is wel eens spannend of je dat lukt.’

Sportakkoord, sportservices, subsidieaanvragen: het klinkt allemaal ingewikkeld en tijdrovend

‘Het verliep eigenlijk heel soepel’, zegt Koot. ‘We konden terecht bij Ecsplore, die namens de gemeente het Sportakkoord uitvoert en ingericht is op de begeleiding van verenigingen hierbij. De adviseur ging namens ons op zoek naar de mogelijkheden en vertelde ons hoe we daar gebruik van konden maken. Binnen een paar maanden waren we er klaar voor.’

‘Het grootste probleem was eigenlijk de corona-pandemie. De geplande workshops moesten we doorschuiven van maart naar september en oktober. De eerste hebben we achter de rug, maar de tweede hebben we moeten uitstellen. Een deel van de workshop bestaat namelijk uit een praktijk-gedeelte, waarbij de trainers met elkaar gaan oefenen en elkaar ook van feedback voorzien. Dat was in oktober niet mogelijk.’

Maar Koot beoordeelt de eerste workshop positief. ‘Ik vond het heel sterk dat de cursusleider geen enkele PowerPoint gebruikte. Zelf heb ik er altijd een hekel aan als je tijdens een opleiding steeds naar een scherm moet kijken. Hier kreeg je wel wat schriftelijk materiaal, maar was je vooral in gesprek met de opleider en de andere trainers. En tijdens het praktijkdeel werkte je in kleine groepjes.’

Vooralsnog is deze cursus de enige sportservice die Unitas heeft afgenomen. Koot heeft al wel een idee voor een vervolg. ‘We hebben als bestuur behoefte om meer verbinding te creëren tussen de trainers. Ieder heeft zijn of haar eigen programma, maar opgroeiende atleten komen iedere twee jaar in een andere leeftijdsklasse en bij een andere trainer terecht. Het zou mooi zijn als je als vereniging voor een meerjarig trainingsprogramma kunt zorgen, waarbij de trainingen op elkaar aansluiten en de trainers hun atleten goed aan elkaar overdragen. We denken dat je daarmee ook de kwaliteit en prestaties verbetert en als Eredivisie-vereniging vinden we dat zeker ook belangrijk.’

Koot: ‘Inventariseer eens waar je behoefte aan hebt. Zoek dan contact met de adviseur lokale sport binnen je eigen gemeente en vraag om een passend aanbod. Je kunt en hoeft als vereniging niet alles zelf te doen. Wij zien het als een mooie aanvulling op dat wat de Atletiekunie voor ons doet.’

Het Sportakkoord? De Atletiekunie vermoedt dat veel meer clubs er hun voordeel mee kunnen doen. Zo heeft HAAG Atletiek bijvoorbeeld de workshop “4 inzichten over trainerschap” al afgerond, die ze als sportservice via het Sportakkoord konden afnemen.

Noot Atletiekunie: Neem eerst contact op met je regioaccountmanager om de behoefte op de club helder te krijgen en te kijken welke kansen er liggen richting het sportakkoord. Vervolgens kunnen wij de meest passende service voor jullie doorgeven aan de Adviseur Lokale Sport.

Foto's: AV Unitas

Clubverhalen
Cors van den Brink
Geschreven door

Cors van den Brink

Cors van den Brink volgt als freelance journalist sinds 1990 voor diverse media de nationale en internationale atletiek. Tot 2016 deed hij verslag van vele grote toernooien en interviewde hij atleten en coaches. Daarnaast maakt hij interviews en reportages over het reilen en zeilen van verenigingen en loopgroepen binnen de Nederlandse atletiek.