Breng je trainerskorps op orde!

Geplaatst op Donderdag, 18 april 2019
Breng je trainerskorps op orde!

De core business van je club, een aanbod van goede trainingen, is je sportieve product. Dat moet staan als een huis. En wie zijn daar verantwoordelijk voor? De trainers. Dáár moet je als vereniging dus in willen investeren.

Trainers maken het verschil. Vanuit die rotsvaste overtuiging geeft Brendan Troost (34) de workshop ‘Je trainerskorps op orde’ tijdens de Dag van de Atletiek in maart 2019. Brendan begeleidt onder andere trainers bij AV Gouda, AAV’36 en Rotterdam Atletiek. Hij legt het belang en de voordelen uit van investeren in een professionele trainersbegeleider.

‘Bedankavondje is waardevol, maar niet voldoende’

Waardering en aandacht: het hele jaar door

Brendan: ‘Bijna elke club heeft wel een trainerscoördinator. Maar meestal doet die het er een beetje bij. Hij of zij geeft zelf vaak ook training en besteedt daarnaast wat tijd aan de trainers. Maar dat is niet voldoende. Want stel je eens voor: de gemiddelde trainer komt rond zes uur ’s avonds thuis na een drukke werkdag. Snel stapt hij of zij op de fiets om vervolgens anderhalf uur op de baan te staan voor een groep, niet zelden alleen. Vaak zonder een andere trainer te spreken of iemand om even mee te sparren. En dat doet hij gemiddeld 46 weken per jaar. Voor als het mee zit een vrijwilligersbijdrage. Dat kan anders: wanneer een vereniging investeert in een professionele trainersbegeleider. Zelf ben ik in die hoedanigheid gemiddeld twee à drie avonden per week op de baan. Om trainers te ondersteunen, te coachen, te horen. Steeds op wisselende avonden, zodat ik ze allemaal met enige regelmaat zie. En naast de spontane sociale gesprekjes heb ik ook voortgangsgesprekken met ze. De trainers willen hun verhaal kwijt kunnen, gezien worden als trainer. En die waardering en aandacht moet je als vereniging het hele jaar door bieden. Niet alleen tijdens een bedankavondje. Die momenten zijn overigens óók waardevol, maar niet voldoende.’

‘Trainersbegeleider kan fundamenteel zijn’

Permanente werving

‘Een trainersbegeleider moet daarnaast constant bezig zijn met de in-, door- en uitstroom van trainers. Een vacature in een blad plaatsen of een oproep op social, is redelijk kansloos. Benader mensen persoonlijk. Met aandacht en tijd. Wees benieuwd wat iemand kan toevoegen voor de vereniging. Ik praat met jeugdleden, ouders, andere vrijwilligers om te zien of er potentiele trainers tussen zitten en hoe ik die voor de club het beste kan inzetten. Bij de clubs waar ik werk, is er zelden een tekort. Te weinig goede trainers, is desastreus voor een club.’

Vereniging van de toekomst

‘Er gaat vanuit het bestuur veel aandacht uit naar het draaiende houden van de vereniging. Het organiseren van wedstrijden, zorgen dat alle functies bezet zijn. Maar het mag wel wat zakelijker en commerciëler. Zorgen dat je product - de trainingen - op orde zijn, is daarbij wezenlijk. Ook adviseer ik verenigingen minder traditioneel te denken. Naast de loopsport en de baanatletiek moeten verenigingen inspelen op de veranderende samenleving. Dat betekent veel meer alternatief aanbod. Bij AAV’36 zijn 120 van de leden wandelaars bijvoorbeeld. De atletiekvereniging van de toekomst zie ik meer als een beweegvereniging. Met onderdelen zoals bootcamp, trailrunning en crossfit. Het aantal en type trainers moet je hier ook op aanpassen. Als trainersbegeleider ben ik ook een soort makelaar tussen vraag en aanbod.’

Permanente scholing van trainers

De essentie van het werk van een trainersbegeleider is zorgen dat de trainers constant blijven leren. Door bijscholing, elkaar te observeren, trainersvergaderingen. Die investering heeft tot resultaat:

  1. goede trainers + blije leden: je sportproduct blijft op orde met als gevolg, tevreden leden
  2. blije trainers: doordat trainers steeds betere trainingen gaan geven, wordt het steeds leuker voor de trainer om te doen
  3. de combinatie van blije atleten + blije trainers, kan weer een spin off zijn van bijvoorbeeld meer leden

Sociaal clubklimaat

‘Je moet als trainersbegeleider ook aandacht hebben voor het klimaat op de vereniging. Het zijn wederom de trainers die grotendeels het sportieve klimaat op de club bepalen. Je wilt dat iemand die bewust naar de club komt om hier te sporten, zo’n anderhalf uur laten op de fiets terug naar huis denkt: “hee dat was weer leuk, ik kom terug.” Alle deelnemers willen gezien worden. Ik vraag regelmatig aan trainers wie de namen van al z’n lopers kent. Het gaat om kleine verschillen. Een ander voorbeeld: een trainer moet zijn training op tijd voorbereiden. Zodat hij bijvoorbeeld bij een jeugdtraining óók even oog voor de ouders heeft, voordat hij met een leuke en goede warming up begint. In plaats van de groep kinderen even snel drie rondjes te laten rennen, zodat de trainer ondertussen z’n spullen bij elkaar kan pakken.’

Uitgangspunten van een goede training

  • Atleten kunnen zich verbeteren
  • Op eigen niveau kunnen deelnemen (differentiëren)
  • Deelnemers ervaren de training als leuk (beleven)
  • Deelnemers zijn veel in beweging (intensiveren)
  • De omgeving is veilig

De basisbehoefte van een sporter?

  • Spelen = bewegen
  • Leren = verbeteren
  • Erkenning = gezien worden, hiervoor is differentiëren weer nodig.

De adviezen voor het bestuur op een rij

• Trainers maken in alle gevallen het verschil in je organisatie. Investeer in de ontwikkeling en begeleiding van trainers.
• Investeren in je trainers is investeren in je sportieve product. Kwaliteit staat voorop.
• Trainers maken het verschil ten aanzien van de cultuur en het sportieve klimaat binnen je vereniging.
• Je trainerskorps op orde is in grote mate een vereniging die bloeit en leeft.
• Heb als organisatie lef en durf keuzes te maken. En investeer daar in.

Tekst: Esther Vliege
Foto: Tim Buitenhuis