Gehoorbescherming

Vanuit de arbowetgeving heeft een werkgever de verantwoordelijkheid om haar werknemers deugdelijke beschermende middelen te bieden indien de werknemer geregeld aan tonen boven 80 decibel blootstaat. Vanaf 80 dB(A) geldt de grens van gevaar op lawaaislechthorendheid. In dit opzicht gelden naast de Atletiekunie ook de aangesloten verenigingen als werkgever. Voor een BWO zijn dit dus de verenigingen en bij een CWO of NWO de Atletiekunie.

Het aantal decibel dat gepaard gaat met het lossen van een startschot bedraagt volgens uitgevoerde metingen circa 135 dB(A). Bij een dergelijke hoge geluidsbelasting is minimaal gehoorbescherming door middel van de zogenaamde otoplastieken of gehoorkappen voorgeschreven.

Soorten gehoorbeschermers

Er zijn drie soorten gehoorbeschermers:

  • Gehoorkappen die als koptelefoons worden gedragen. Als deze de oren goed omsluiten, dan is een demping met 30 dB(A) mogelijk. Het dragen van gehoorkappen kan verhitting van de oren veroorzaken. Ook isolatie van de omgeving (en resoneren van eigen bewegingsgeluid) kunnen hinderlijke bijeffecten van het dragen van gehoorkappen zijn.
  • Oorpluggen, dopjes, stopjes worden vaak niet goed in het gehoorkanaal ingebracht, waardoor onvoldoende demping optreedt en dus gehoorschade kan ontstaan. Ook zijn ze niet altijd hygiënisch, waardoor gezondheidsklachten kunnen optreden.
  • Otoplastieken zijn op maat gemaakte oordoppen die bescherming kunnen bieden oplopend tot 30 dB(A). Meestal worden ze echter afgestemd op de demping die noodzakelijk is op de werkplek, zodat ze niet meer dempen dan strikt noodzakelijk. Hierdoor stijgt het draagcomfort. Wel moeten de otoplastieken jaarlijks worden gecontroleerd op lekkage en voldoende dempende eigenschappen. Otoplastieken sluiten alleen tijdens en kort na de knal af voor geluid. Voordeel voor starters hiervan is dat zij snel na het lossen van het schot weer signalen vanuit de atleten en omgeving kunnen vernemen.

Bij het gebruik van een combinatie van verschillende gehoorbeschermers is het niet mogelijk om de afzonderlijke beschermingsniveaus bij elkaar op te tellen. Geluid kan via diverse wegen het middenoor bereiken, ondanks het dragen van een gehoorbeschermingsmiddel. Er moet onder andere rekening worden gehouden met beengeleiding (via schedelbeenderen), de mondholte, geluidslekken in en rondom de gehoorbeschermer en trillingen in de oorkap. Bij het gelijktijdig dragen van bijvoorbeeld oorkappen en een gehoorbeschermingsmiddel in de oorgang wordt dus nog altijd geluid naar het middenoor geleid. De gezamenlijke verzwakking is daarom altijd minder dan de opgetelde afzonderlijke verzwakking. De maximale verzwakking die met (combinatie van) gehoorbeschermers kan worden bereikt, bedraagt ongeveer 35 dB(A). Meer is niet mogelijk vanwege de geluidsoverdracht via botgeleiding en via de mondholte.

Gezien het grote risico op (definitieve) gehoorbeschadiging wordt door de Atletiekunie geadviseerd om uitsluitend de otoplastieken aan te schaffen en te gebruiken. Concreet betekent dit dat niet jij, maar de Atletiekunie risico loopt indien je er vrijwillig voor kiest geen gehoorbescherming aan te schaffen of deze tijdens wedstrijden niet te dragen. De Atletiekunie kan dit risico niet dragen. Indien je er dan ook voor kiest geen gehoorbescherming te dragen, bestaat de zeer reële mogelijkheid dat je (tijdelijk) wordt ontheven uit jouw functie. De wedstrijdleider of wedstrijdorganisatie is hiertoe bevoegd.

Via ons zijn er mogelijkheden tot subsidie voor CWO en NWO starters en (start)scheidsrechters. BWO starters en scheidsrechters dienen contact op te nemen met de eigen vereniging. Voor verdere info neem contact op met de afdeling Wedstijdsport.

Subsidie mogelijkheden vanuit de Atletiekunie

Categorie Niveau Vergoeding

Starter

BWO

€ 0,00

Starter

CWO

€ 75,00 per 4 jaar

Starter

NWO

Volledige bedrag 1x per 4 jaar

Scheidsrechter (start)

BWO

€ 0,00

Scheidsrechter (start)

CWO

€ 50,00 per 4 jaar

Scheidsrechter (start)

NWO

€ 50,00 per 4 jaar

SIS bediener bij nationale wedstrijden

€ 50,00 per 4 jaar